El Che, Cees Zoon & ik

Waar was jij toen Comandante Che Guevara op 9 oktober 1967 _MG_3014 (1)het aardse bestaan verliet? Ik was drie dus kan het me niet echt meer herinneren. Waarschijnlijk zat ik op het toilet of ik liep met een ijsje rond. 9 oktober is het vijftig jaar geleden dat el Che (‘che’: ‘dude’, ‘kerel’) in Bolivia, La Higuera om precies te zijn, als een straathond werd afgeschoten. Dat is belangrijk nieuws, dus ik dacht laat ik maar de eerste zijn. Tien jaar geleden zat ik er bovenop. Na 2,5 jaar reizen met de Guzzi kwam ik Bolivia binnen met pak ‘m beet 600 euro in mijn achterzak. Mazzeltje dat Che toen op een rond getal dood was. Ik sprak hier en daar met overlevenden (kreeg zelfs kapitein Gary Prado aan de lijn), las me in, ging op lokatie kijken en schreef een verhaal voor de Humo en Revu, waarna 3750 euro op mijn bankrekening werd bijgeschreven. Tijdens mijn reportagereis heb wel iets van Che’s lijdensweg meegekregen. Toen ik afdaalde naar la Quebrada de Churro gleed ik uit en kreeg ik een doorn in mijn linkerbeen. Ook kreeg ik na een tijdje dorst.

Het meest wonderlijke was dat ik Cees Zoon, Latijns Amerika-correspondent voor de Volkskrant, tegenkwam op een kilometer van La Higuera. De Revu had oren naar mijn verhaal maar drukte me op het hart dat ik toeristen aan het woord liet die via La Ruta de Che op weg waren naar La Higuera, een soort van bedevaartsoord voor links-intellectuelen en ander slim volk, zoals mezelf. De meningen moesten het hart van het verhaal worden. Anders werd het maar zo’n heldenverhaal waar niemand op te wachten zat. Top, goed idee. Kat in het bakkie. Puntje was wel dat ik al vier uur, op wat stofzuigerende varkens na, geen levende ziel was tegenkomen. Kortom, ik was mijn verhaal aan het doodchecken. Paniek! Ik rookte een peuk voor de schrik en zag vanuit La Higuera een auto omhoog kruipen. Die stopte even later voor mijn neus, een deur zwaaide open en ik hoorde: ‘Verrek een Nederlandse nummerplaat.’ Was Cees Zoon dus. Mochten er wiskundigen onder de lezers zijn, bereken dan eens deze kans: Volkskrant-correspondent (standplaats Mexico-Stad!), Nederlander, middle of nowhere, willekeurige dag, Zuid-Amerika-kenner, schrijver van het boek Het rode continent, stoppen om het moment dat ik van schrik een peuk rook en ga zo nog maar even door. _MG_6951Ik herkende Cees, een icoon uit de Nederlandse dagbladjournalistiek, meteen. Ik haalde mijn notitieblok tevoorschijn en ging aan de slag. Het middenstuk van het verhaal heb ik opgehangen aan hem, hij was de stem die de Revu in gedachten had. De kop van het verhaal luidde: 'Nu zouden we hem een terrorist noemen'. Briljant. Je voelt 'm aankomen, opgetekend uit de mond van Cees. Met terugwerkende kracht: veel, veel dank Cees! Nu ik dit zo opschrijf kan ik 't nog steeds niet geloven. Over meelevende Goden gesproken. Ik heb het geprobeerd om deze ontmoeting in het boek op te nemen, maar het kwam zo ongeloofwaardig over dat ik van Cees een plaatselijke, betrokken onderwijzer heb gemaakt. Dus ja, de werkelijkheid is soms te bizar om er chocolade van te maken. Enne, mochten er mensen zijn die hier en daar vermoeden dat ik in Man in het Zadel de werkelijkheid een handje heb geholpen… je moest eens weten wat ik weg heb gelaten, om de geloofwaardigheid van het boek overeind te houden.

Afijn, mijn Mannetjes zijn op 17 oktober jarig. Als ik Cees niet was tegengekomen had ik geen 3750 euro bijschreven gekregen (het verhaal werd ook nog eens doorgeplaatst in de Humo, vandaar zoveel poen en het was in een tijd dat de journalistiek nog een betaald vak was), en was ik niet zo lang blijven hangen in Sucre, waar ik Roxana tegenkwam, die de moeder van mijn kinderen werd. Ik heb de Mannetjes overigens beloofd dat ze op hun verjaardag net zo’n mooie, verweerde22141107_10155196648986973_1809193295252544056_n tattoo krijgen als pappa. Overigens heb ik helaas het verhaal van de eeuw niet kunnen maken omdat ik zelf een tijdje op pad was.

Overigens zit Akismet, soort van spamfilter, me op de hielen. Te persoonlijk worden en mensen afzeiken die zich niet op dit platformpje kunnen verdedigen, mag anno 2017 niet. Ben het daar volkomen mee eens. Ben de Aslfalt Koning, Held van Rusland en moet me als zondanig gedragen. Dus Evo Morales is gewoon een toffe president die met kunststof voetbalveldjes strooit alsof het snoepjes zijn. Bovendien heeft hij zoveel zitvlees dat hij zich na 2020 wéér verkiesbaar stelt. Hij vindt president zijn gewoon hartstikke leuk werk, dus laat hem. Nilda heeft de noublesse die bij haar prinsessengezicht hoort, en is voor de rest zo trouw als een hyena hond. Tien maanden duurden gewoon te lang. Roxana’s nieuwe Nederlandse God krijgt haar tenminste wel aan het (glim)lachen en Roxana zelf is op haar manier ook een Godin, want: de moeder van twee toekomstige Grote Roergangers, Santiago & Sebastian Van Hooff. En héél belangrijk: ik zie de Mannen zeven dagen per week. Viva la vida!
Mocht je interesse hebben, hieronder het verhaal uit de Humo.
Che Guevara, Humo

Share This:

‘Ik mis je…’

21463323_10155147913751973_3498632975962834606_nNa een vrije val van een maandje of tien ben ik al weer een week of drie geleden geland in Sucre. Mijn Mannetjes waren de inzet van deze reis, meiden. Na dag 1 heeft mamma ze min of meer aan me overhandigd. Ze kon wel een break gebruiken. Niks mis mee. Dus ik haal ze om twaalf uur van school en lever ze om een uurtje of acht weer af. Eerste dagen voor ze gekookt, om geld te besparen. Na een dag of vier begonnen ze buikloop te krijgen. Met koken ben ik dan ook gestopt.
Ben met veel dingen gestopt hier in Sucre, vooral met me druk maken. Twee keer ben ik hier, mede geholpen door anderen, behoorlijk gefaald. Dat gebeurt me dus geen derde keer meer. Ben zo cool als fuck. Dat zegt eigenlijk iedereen, nadat ze eerst hebben gezegd dat ik er zo beestachtig goed uitzie. Dan knik ik instemmend. Ongelogen, ben zo rustig als Don Zen himself.

Het afgelopen jaar was by far het meest wilde in mijn toch-al-niet-heel-erg-saai leventje. Vind het een wonder dat ik überhaupt in leven ben. Dus ik kan niet anders concluderen dat de Goden bestaan. Heb me bewust hier en daar ingehouden met vertellen waar ik zoal mee bezig was, want er moet nog een boekie komen. Ben daar druk mee. Sta bij voorkeur om een uurtje of vijf op en tik dan gestaag door tot een uurtje of half tien. Ga dan ook met de kippen op stok. Whisky, bier en laten we de wodka niet vergeten zijn drankjes uit een ver en grijs verleden. Schrijven met een kater, dat gaat niet. Linda, Nilda, what’s in a name, bleek een nutteloos trolletje te zijn. Dus ook met die flauwekul ben ik gestopt. Heb haar online zo meedogenloos afgeserveerd dat ze van de week rood van schaamte de hoek omging toen ik haar van een afstandje zag. Afijn, ze zorgde wel voor vaart in de reis, man, man, wat had ik een zin, maar realiseerde later dat de vaart veroorzaakt werd door een diep verlangen naar mijn Mannetjes. Dus ik mag Nilda, Linda in feite wel dankbaar zijn en dat ben ik dan ook. Nutteloos trolletje heb ik dan ook niet geschreven.

De Guzzi staat nog in Japan. Loop nog even tegen de transportkosten (1600 US) aan. Maar dat Guus eerder dan ik in NL zal verschijnen staat vast. Guus is een mens, een levend iets. De band die we al hadden is versterkt tot iets wat ik nauwelijks kan uitleggen. Waarschijnlijk is-ie een reincarnatie van iemand, waarschijnlijk een vijftiende eeuwse prinses. Kan er nog niet echt de vinger op leggen. Ah, wie wel weer in beeld is, is mijn Maria, the one and only. Vrouw der vrouwen. Ze schreef ze dat in mij de mannelijke versie van zichzelf herkende. Ik voel dat ook zo, maar dan omgekeerd. Dat zal je begrijpen. Het kan zomaar zijn dat ik rond de kerst in Quito ben. Anyway, was al van plan om dit vehikel weer op te pakken, maar werd door niemand anders dan Don Roy overtuigd van de noodzaak van guzzigalore, een van de hipste en best bezochte sites van Nederland en omstreken. Anyone!? Weet je wat us Roy schreef… ‘Ik mis je.’ Toegegeven, dan heb je wel lef. Lator meiden, en Rienk en zo.

Trouwens de hele omslag in de reis kwam nadat ik mijn hermano Jose Ruiz leerde kennen. We waren de enige bikers op het continent en God wilde dat we samen die bergen overgingen, waar mijn kloten in ijsballen veranderden en we bijna door de wolven opgegeten werden en andere enge dingen beleefden. Hieronder een stukkie.
Fuck Poetin

Share This:

Ja jongens, reis is over. Nog een scheetje dan. Ik mag naar huis. Joehoe.

Straight road to Vladivostok from Paul van Hooff on Vimeo.

Share This:

Been there, done that

De Sprong from Paul van Hooff on Vimeo.

Share This:

Effe geen wodka meer…

Njet wodka from Paul van Hooff on Vimeo.

Share This:

Night Wolves

Night Wolves from Paul van Hooff on Vimeo.

Share This:

Voor de Brunnen

Tblissi, dinsdag 6 juni – Op Facebook denken ze dat ik onderweg ben naar de Tsjetsjeense grens. Tot in de pruimentijd, schreef als bovenschrift bij een foto waarop ik er nou niet bepaald uitgerust uitzag. Glimlach als een grimas. Mijn haar zat wel aardig, al zeg ik het zelf. Guus, afgeladen door al de troep die ik met me meezeul, zakte bijna door zijn hoeven. Het was laat in de middag, de nacht ervoor geen seconde geslapen. In de lattenbodem van het bed boven me zag ik gek genoeg de gezichten van twee Mannetjes die over een jaar of twintig de dadendrang van hun vader gaan overtreffen: ze worden de eerste Marsverkenners met speciaal voor hen ontwikkelde spaceboards. Mark my words.

Afijn, ik hoefde alleen nog maar mijn leren jas aan te trekken en mijn been cowboyesk over het zadel te slingeren – dat gaat overigens steeds minder soepel – en Tblissi uit te rijden. Ik zou dan ergens in de buurt van de grens mijn tent opzetten. Voor de tentopening zou ik tevreden toekijken hoe de zon langzaam achter de bergen zou verdwijnen, flesje leidingwater in de hand. Genieten van de kleine dingen, je kent het wel. Maar nee hoor, zit dit hier in mijn Tblissi-hostel te tikken. Buiten regent het, maar dat maakt me niet uit. Ik zit op het terras, onder een afdakje. Biertje binnen handbereik. Mijn hoofd was vandaag in opperste staat van opwinding. Voor het eerst sinds februari zou ik de Russische grens overgaan, met een kersvers visum en paspoort. Mijn lijf reageerde met een zweetaanval, het spoot er echt van alle kanten uit. Kon zo mijn shirtje uitwringen. Sta je dan, tegen vieren met een doorweekt motorpak, in de zomer. Sisi en haar vriend, de uitbaters van Waltzing Mathilda, het hostel waar ik voor de derde keer ben, wisten me te overtuigen om nog een nacht in Tblissi te blijven. Je weet, iedereen is onderweg altijd diepbedroefd als ik uit hun leven verdwijn. Waarschijnlijker is dat ze me zo zagen hyperen dat het hen beter leek als ik er nog een nachtje over zou slapen. Dus het opladen van de motor was een generale repetitie. Kijken of ik nog weet waar wat zat op de motor. Ben twee uur bezig geweest. Toen ik (hehe) eindelijk klaar was, waren de motorsleutels pleitte. Paniek! Bleken ze helemaal onderin de reeds vastgesnoerde plunjebaal te zitten. Tijdens reis 1 kon ik aan het eind met een blinddoek voor mijn motor opladen. Wist precies waar wat zat en waarom. Al moet ik toegeven dat ik niet zoveel spullen meer had. Al het overbodige (slangenleren laarzen, Paul Smith-shirtjes, kookgerei) had ik in hotels achtergelaten, of aan mensen gegeven, tot mijn tent aan toe. Van minimalistisch leven had ik een kunst gemaakt.

Zo smooth als alles toen ging, zo harkerig en stroef gaan de dingen nu. Bedoel, even terugrijden vanuit Iran omdat je volgens de Nederlandse consul van Oezbekistan geen schijn van kans maakt om een doorgang te krijgen (‘Waarschijnlijk weet men dat je journalist bent”) is het minst erge wat me de afgelopen tijd is overkomen. Vervolgens sta je via Georgië aan de Russische grens met een visum dat waardeloos blijkt te zijn. Dus terug naar Nederland, naar Thomas met zijn fenomenale leren ligbank. Mijn reis had ik opgebouwd als een drietrapsraket. Het crowdfunden was de fenomenale zet in mijn rug, via filmpjes op Youtube zou ik, gezien in een waandroom, advertentie-inkomsten genereren, en de derde zouden de bladen zijn, de kurk waarop alles zou drijven. Ik weet niet of je het mee hebt gekregen, maar Motor Magazine houdt er de komende maand na drie eeuwen mee op, en ik zit met een onverkoopbare serie. Moto ’73 kan, zo heb ik gehoord, nog een optie zijn. Ik houd hoop.

Dit valt allemaal in het niets bij wat me vandaag óók nog eens overkwam. Juutje heeft het met me uitgemaakt. We hadden maandenlang een innige internetrelatie. Juutje is een bloedmooie, jonge blonde Utrechtse godin. Moet mij weer overkomen! Sinds die helse rit in de Armeense bergen is het op een of andere manier digitaal erg gaan klikken tussen ons. Op die Stalingrad-foto waar je mij in een hoekje zielig ziet te zijn ben ik in weze dolgelukkig met haar aan het appen. Totdat haar vriend haar telefoon las. Oeps, indeed. Ik ga haar missen. Ze hield me rustig, kon altijd op haar terugvallen, en zij op mij. No harm done. Dus met trots kan ik jullie melden dat ik mijn Nildaatje, die andere godin, nog altijd trouw ben. Gelukkig maar, al is mijn uitgever in paniek. Ook iets leuks meegemaakt vandaag, meld dat dan hieronder? Enne, morgen ga ik echt die grens over. Beloofd.

Share This:

Iran

Iran kheily khoob from Paul van Hooff on Vimeo.

Share This:

Op goed geluk naar Iran

Armenië1 from Paul Hooff on Vimeo.

Het lukte me niet om de weergave van onze helse tocht door de Armeense bergen eerder te uploaden. Het duurde te lang en we moesten de grens over. Vervolgens kon ik in Iran niets met mijn Mac vanwege al de filters. Film gaat over de tocht van José en mij naar Agarak bij de grens van Iran. Ik had geen visum, ook geen carnet voor de motor. Ik volgde mijn gevoel, en dat zei: ‘Go for it.’ We moesten over een bergrug zien te komen in hartje winter. 370 km., waar we vier dagen over deden. Aanvankelijk lukte het ons niet om de berg op te komen. Mijn achterband had nauwelijks profiel en bleef maar spinnen. Uiteindelijk raakten we in ons ritme: motor in zijn tweede versnelling zetten en niet stoppen, anders kwamen we niet meer weg. Gewoon de Guzzi het werk laten doen. Remmen had ik niet. Voorrem zat vast, en achter heeft ’t feitelijk nooit echt lekker gedaan. Het vroor dat ’t kraakte. Op sommige momenten voelde ik mijn gezicht niet meer. Drie nachten hebben we buiten geslapen met min 25. ’s Nachts hoorden we het gehuil wolven. Ik ben bij het optrekken 1 keer uitgegleden. José bleef met zijn hogere BMW K75 maar op zijn plaat gaan. Bij de dertiende keer ben ik gestopt met tellen. Deze tocht had ik nodig. Het is het meest bizarre dat ik in mijn leven heb gedaan. Zoals ik in Alaska ooit moest ontbolsteren, gold dat ook hier. Ik was tot aan Georgië nooit echt lekker in mijn ritme gekomen. Maakte me teveel zorgen om alles. Het gezeik op mijn site hielp me ook niet echt. Nu heb ik iets van whatever, kom er wel. Ik moest José tegenkomen, zoals hij mij moest tegenkomen. We waren de enige bikers op het continent, en behoorlijk lonely. José is een soort van brother in arms voor me geworden, een vriend voor het leven. Als ik down was, was hij up en andersom. Een prachtig staaltje van teamwork. Overigens zijn we de eerste bikers die ooit deze bergrug in de winter hebben bedwongen. Dat werd bij de grens bevestigd. Zelfs gestaalde Iraanse soldaten waren onder de indruk. En ik eigenlijk nog steeds.

Share This:

Krijg nou wat – hij leeft!

Zo, daar zijn we alweer. Iran was fantastisch, meiden. Hebben jullie me nog een beetje kunnen volgen op Facebook? Had wat technische problemen, los van de vele wodka-katers – kon alleen met mijn telefoontje online. Met mijn Mac ging niet. Alles is in het land, geregeerd door baarden, gefilterd en kon voor de Mac geen hotspot vinden. Die waren namelijk ook gefilterd. Guzzigalore lijkt op… en daar houden de baarden niet van. Ben nu 1 dag in Tblissi en ben nu alweer op mijn site. Als dat geen commitment is. Moet hier een volle maand verblijven om een nieuw paspoort te regelen. Mijn ouwe is nog lang niet verlopen, maar voor het Russische visum is het niet genoeg. Ook die moet ik weer opnieuw aanvragen. Gaat tijd overheen. Ik zal die tijd gebruiken om aan mijn boek te werken en hier en daar nog wat te schrijven en om mijn site weer vlot te trekken. De Guzzi heeft prachtig gelopen, maar dat is geen nieuws. De Guzzi loopt altijd prachtig. Als ik de nodige documenten binnen heb, rijd ik in 1 streep door naar Japan, of Zuid-Korea. Begin mijn kinderen te missen en heb een beetje mijn buik vol van al dat visa gedoe. Dus houd me de komende tijd in de gaten. Heb genoeg te vertellen.17884655_10154639526956973_3433822675079861666_n

Share This:

To roll or not to roll.

unnamed-1

Share This:

Weer zo’n ruk avontuur

The road to Jerevan from Paul Hooff on Vimeo.

Share This: